Relay-principe
Het werkingsprincipe van elektromagnetische inductie. Het bestaat voornamelijk uit spoelen, ijzeren kernen, armaturen, veren, bewegende contacten en stationaire contacten. Wanneer de stroom is uitgeschakeld, vertoont de ijzeren kern geen magnetisch effect. Door de werking van de veer beweegt het anker weg van het statische contact en wordt vervolgens losgekoppeld in het gecontroleerde circuit. De stroom zal een magnetisch veld in de spoel genereren, dus wanneer de spoel wordt geopend, zal deze de ijzeren kern magnetiseren. Dit trekt het anker aan om de bewegende en stationaire contacten aan te drijven om contact met elkaar te maken, om het gecontroleerde circuit te verbinden. Zodra de stroom wordt uitgeschakeld, verdwijnt het magnetisme van de ijzeren kern en wordt het anker teruggetrokken naar een andere stroomonderbreker.
Stappen om derelaisnaar de startmotor
1, voorbereidingsfase
Zorg ervoor dat u over het benodigde gereedschap beschikt, zoals relais, draden, schroevendraaiers, sleutels, enz., met de juiste kracht. Controleer tegelijkertijd of de parameters van de starter en het relais overeenkomen om te voldoen aan de stroom- en spanningsvereisten van het systeem.
2. Bepaal de verbindingslocatie
Zoek naar de elektromagnetische schakelaarterminals op de startmotor, die meestal twee grotere terminals hebben: de ene is verbonden met de positieve pool van de accu (de vermogensterminal genoemd) en de andere is verbonden met de motor (de motorterminal genoemd).
Bij het selecteren van de installatielocatie van het relais moet prioriteit worden gegeven aan een plaats die zich dicht bij de starter bevindt en gemakkelijk kan worden aangesloten en veilig is bevestigd.
3, relaisverbindingsstappen
Sluit eerst het ene uiteinde van de relaisspoel aan op de startpositie van de contactschakelaar (dit circuit geeft stroom af als de sleutel in de startpositie staat). Deze draad is meestal dun en is verantwoordelijk voor het regelen van de aan/uit-status van het relais.
Sluit het andere uiteinde van de spoel aan op de aarding van het voertuig of op de negatieve pool van de voeding.
Sluit vervolgens het ene uiteinde van een set normaal open contacten van het relais aan op de positieve pool van de batterij. Het wordt aanbevolen om dikkere draden te gebruiken om de hoge stroomsterkte tijdens de werking van de startmotor te weerstaan. Sluit het andere uiteinde van het normaal open contact aan op de voedingsaansluiting van de startmotor.
4, Verbindingscontrole
Controleer zorgvuldig of alle verbindingen goed vastzitten en of er schade, kortsluiting of slechte contacten in de draden zijn.
Controleer of de installatie en bevestiging van het relais betrouwbaar zijn en zorg ervoor dat het niet losraakt of trilt tijdens het gebruik van het voertuig.
5, testfase
Voordat u de laatste test uitvoert, moet u ervoor zorgen dat het voertuig zich in een veilige staat bevindt, de handrem is aangetrokken en de transmissie in neutraal (handmatig) of geparkeerd (automatisch) staat.
Draai de sleutel naar de startpositie en kijk of de starter goed werkt. Als de starter normaal kan starten, geeft dit aan dat de relaisaansluiting correct is; Als de starter niet of abnormaal werkt, stop dan onmiddellijk met testen en controleer of de aansluiting correct is en of er eventuele fouten zijn.
aansluitschema startrelais
De contactschakelaar
een belangrijk onderdeel dat het voertuigcircuit bestuurt en verschillende toestanden heeft, zoals A1 ACC IG1 en A2 IG2.
Het speelt een relaisrol in het startcircuit en verbindt componenten zoals het contactslot en de starter.
Accu
biedt energieopslag voor voertuigen.
Het startproces van een auto
1, voorbereidingsfase
Wanneer u de sleutel in het contactslot steekt of op de startknop drukt, bevindt het contactslot zich in verschillende standen, zoals A1 ACC IG1, A2 IG2. In dit stadium is het mogelijk dat bepaalde elektrische hulpapparatuur van het voertuig, zoals de radio, is ingeschakeld, maar dat de motor nog niet is gestart.
2, start signaaloverdracht
In de startpositie zorgt de contactschakelaar ervoor dat de stroom in de accu via de contactschakelaar een signaal naar het startrelais stuurt. Omgekeerd, wanneer het signaal wordt gegeven, wordt de elektromagnetische spoel in het startrelais geactiveerd om een magnetisch signaal te genereren. veld, dat de relaiscontacten zal trekken om ze te sluiten en de verzending van het startsignaal te voltooien.
3, Opstartmachine werkt
Wanneer vervolgens de contacten van het startrelais worden gesloten, vloeit er via het startrelais een hoge stroom van de accu naar de startmotor. Het gelijkstroommotorgedeelte van de startmotor absorbeert stroom, waardoor de motor gaat draaien. Het anker roteert in het magnetische veld, genereert koppel en zorgt ervoor dat de startmotor werkt. Tegelijkertijd begint het startmechanisme van de starter te werken. De eenrichtingskoppeling brengt koppel over van de elektrische aandrijfmotor naar het vliegwiel van de motor; Hierdoor gaat de krukas van de motor draaien en wordt de motor verder aangedreven.
4, Motorstart
Onder invloed van de starter begint de krukas van de motor te draaien, waarbij vier opeenvolgende slagen worden uitgevoerd: inlaat, compressie, vermogen en uitlaat, waardoor de motor wordt gestart. Wanneer het motortoerental een bepaald niveau bereikt en zelfstandig kan blijven werken, laat de contactschakelaar los, het startrelais schakelt de stroom uit, de starter stopt met werken en de motor blijft draaien.
Zoekterm: hoe sluit je een relais aan op een starter, aansluitschema startrelais, hoe sluit je een startrelais aan